dinsdag 2 augustus 2016

Ingrediënt

Met een been op het terras – even voelen of ik mijn regenjasje aan zal doen – hoor ik binnen onze logé miepen, een in hoogte veranderend staccato piepgeluid dat onze kleindochter Sofie perfect kan imiteren, soms zelfs tot vervelens toe en dat geldt voor zowel Snuf als voor Sofie! Snuf laat mij op deze manier weten dat hij ook wakker is. Het vocabulaire van cavia’s is beperkt, evengoed versta ik Snuf zodat ik weet dat hij voorlopig met een worteltje tevreden is. Het motregent; toch maar een regenjasje.
Langs de Waalbandijk rennend zie ik dat de herfstmunt nog steeds uitbundig bloeit. Een tak van het weinig opvallende kruid dat ik hier plukte heeft het meer dan veertien dagen in de vaas volgehouden. Het grappige is dat er in het veldboeket, door een Duitse dame liefdevol samengesteld uit langs de Moezel bloeiende wilde planten en bloemen, verschillende soorten munt zaten waaronder herfstmunt. Daardoor kwamen wij overigens niet in haar prieeltje terecht, dat had een heel andere reden.
Het was prachtig wandelweer, vorige week dinsdag. We logeerden in een pittoresk pension in een klein plaatsje aan de Moezel en besloten om op deze voor ons gedenkwaardige dag naar het ons bekende plaatsje Ediger-Eller te wandelen. We wisten uit ervaring dat je daar, in een van de gelegenheden aan de Moezelboulevard, verzekerd bent van koffie met gebak. Dat is namelijk een vast ingrediënt op iedere zesentwintigste juli, koffie met gebak. Om onze samenzijnsverjaardag te vieren. De vijftigste alweer. Dit jaar vierden we onze Gouden Samenzijnsverjaardag!
Voor het ontbijt had ik al een kilometer of tien hardgelopen zodat het niet moeilijk was om een lekker loom wandeltempo aan te houden, passend bij de omgeving en bij ons gevoel: je wilt niet volledig bezweet zijn als je een feestelijke kop koffie met gebak gaat nuttigen en als je vijftig jaar samen bent schrijd je. Tijdens het wandelen vertoefden we samen bij voorgaande edities en natuurlijk bij de allereerste dag van ons samenzijn – toen we nog niet wisten dat er achttien en een kwart duizend van deze dagen samen zouden volgen (vandaag zijn het er alweer zeven meer!) Wat waren we jong, op dat terras hoog boven het dal van de Inn, vijftig jaar geleden! We zagen elkaar opnieuw staan, een beetje verlegen met de situatie maar duidelijk onder de indruk van de ander. Af en toe onderbreken we de wandeling om een bijzonder mooi uitzicht fotografisch vast te leggen en voor de kleurrijke planten en bloemen natuurlijk: teunisbloemen, malva’s, kaardenbollen en zo meer.
Intussen waren we aanbeland bij het kampeerterrein van Ediger. Ieder dorp langs de Moezel heeft er wel één en wat ons daarbij opvalt is dat er veel mensen zijn die er een vaste plaats hebben. Zo ook hier. Rond veel caravans zijn terrasjes aangelegd en in plaats van de gebruikelijke schuttingen in woonwijken worden ze hier begrenst met plantenbakjes, haagjes of sierlijke hekjes. Toen zagen we het prieeltje. Min of meer verscholen in het groen van sierlijke planten, vier gemakkelijke rotanstoelen met uitnodigende kussens, op de terrastafel een fikse vaas gevuld met een groot veldboeket. Boerenwormkruid en berenklauw vormde de hoofdmoot en daartussen kattenstaart en munt. De bewoonster van deze kampeerplaats kwam juist uit haar caravan met een dienblad gevuld met dampende koffie. Of we wilden of niet, we bleven bewonderend staan. Toen kwam spontaan bij mij op: ‘Mogen wij even in uw prieeltje zitten? En wilt u dan een foto van ons maken?’
Natuurlijk verontschuldigde ik mij voor mijn brutaliteit. Maar toen de dame begreep wat de aanleiding van mijn verzoek was, verdween zij weer snel in haar caravan, nadat zij ons uitgebreid gefeliciteerd had. Zij kwam terug met champagneglazen en een flesje sekt!
Ik weet het zeker, deze samenzijnsverjaardag komt in de top tien! Later zullen we zeggen: ‘Weet je nog, die keer aan de Moezel? Was dat niet de vijftigste?’



Geen opmerkingen:

Een reactie posten