dinsdag 30 december 2014

Experiment

Gistermiddag bladerde ik door de bestanden op mijn eReader – dit zijn de laatste dagen van het jaar; tijd om een beetje op te ruimen. Daarbij stuitte ik op het boek ‘Over leven en schrijven’ van Stephen King. Ik las het dit voorjaar en vertelde er Riky over op een zondag in april. Ik begeef mij op glad ijs als ik je vertel waar we toen wandelden, want dat is meer haar ding en er is een grote kans dat ik zo meteen, als ik dit blogje aan Riky laat lezen, gecorrigeerd zal worden. Evengoed: we wandelden nabij Driel, richting Heteren. Het kan heel goed de Karstraat zijn geweest, de bermen bloeiden boterbloemgeel en in de voortuinen speelde het geel van trompetnarcissen de boventoon, toen ik haar vertelde dat Stephen King veel aan zijn vrouw te danken heeft. Tabby viste ‘Carry’ uit de prullenbak en overtuigde hem van de kwaliteit van dat boek. Het werd zijn eerste bestseller en bevrijde hem uit zijn geestdodende baan aan een middelbare school. Zijn tweede redding, door haar en zijn kinderen, had tot resultaat dat Steve zelf baas werd over drank, drugs en verdovende middelen, nadat deze laatste zoveel jaren over hem hadden geregeerd.
         Het verbaasde mij overigens dat ik pas dit jaar hoorde over het bestaan van deze autobiografie, terwijl het al voor 2003 werd vertaald. Toen ik gister opnieuw door het boek wandelde nam ik mij voor het bij een eerste gelegenheid opnieuw te lezen, vooral ook omdat ik mij herinnerde dat ik zoveel van mijzelf in Stephen herkende. Niet omdat wij beiden in 1947 zijn geboren, maar vooral omdat ik evenals hij, een ouder broertje had die tijdens mijn jeugd een belangrijke rol in mijn leven speelde. Wij hadden elkaar vaak nodig, Jantje en Siempie, zoals Dave Stevie nodig had. Al was het maar om zijn ideeën uit te kunnen werken: je kunt niet in je eentje het experiment ‘de melkboer’ uitvoeren als je nog maar amper in staat bent om een emmer water – kostelijke melk in onze ogen – bij de buurvrouwen links en rechts uit te venten. Samen lukt dat wel. En als je zelf niet voldoende lef bezit om de stekker in het stopcontact te duwen om te zien of de door jou bedachte Superdynamo werkt, laat je dat je broertje doen die het volste vertrouwen heeft in jouw technische inzichten.
         Sorry Jan, ik bedoel helemaal niet dat jij mij steeds voor jouw karretje spande. Integendeel, wij vulden elkaar prachtig aan zoals Stephen zijn oudere broertje David aanvulde. Toen ons buurmeisje ons liet weten dat zij niets nodig had – niet omdat zij nog over voldoende melk beschikte, maar om de in onze ogen, super domme reden dat zij geen zin had om een rol in ons spel te spelen – voerde jij in eigen persoon jouw intuïtieve plan onmiddellijk uit door de volle ‘literkan melk’, in de vorm van moeders steelpannetje gevuld met water, over haar heen te gooien. Samen renden wij weg en zaten in onze rats vanwege de mogelijke gevolgen van die actie! Voor Stevie en Dave waren de gevolgen iets dramatischer. Op het moment dat Stephen de stekker in het stopcontact duwde eindigde hun experiment vanwege het doorbranden van een hoofdzekering. Vanuit hun slaapkamer zagen zij de politie komen en hoe een man met spikes onder zijn schoenen, een mast beklom om de transformator te herstellen…
         Hier moet ik mijn verhaal beëindigen in verband met het hier en nu. Op het frame waarin normaliter een prullenbak gevat is, nu uit voorzorg vanwege mogelijk vuurwerkoverlast verwijderd, zit een vogel trots en fier. Ik ren in zijn richting, oplettend vanwege de spiegelgladde restanten ijs en sneeuw, maar ook om het mooie dier niet te verstoren. Natuurlijk doe ik dat evengoed. Pas in de laatste tellen zie ik dat het een sperwer is die zich zijdelings van de buis laat vallen, zijn vlerken uitslaat en richting Waal vlucht.
         In gedachten schreeuw ik opgetogen: “Hew je ‘m zien Jantje?”
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten