dinsdag 10 april 2012

Continuïteit

Nog voor ik de Van Heemstraweg bereik functioneert mijn bril als een regenscherm, gelukkig beslaan de glazen niet zodat ik kan zien waar ik ren.
Ik was vanmiddag extra vroeg op mijn afspraakje met mijn zonnebloemvriend Nico. Ida, zijn partner, is naar de stad zodat we het rijk alleen hebben. Nou ja alleen? Ik word bij binnenkomst begroet door een fel hondenkoor. Van de maat houden hebben ze nooit gehoord en in deze disharmonie is niet te ontdekken wie dirigeert: ik denk Rex. De kakofonie stelt een duidelijk feit: eerst moet ik alle hondjes geruststellen. Dat doe ik graag!
Pas als de rust is neergedaald kan ik omzien naar Nico en gaan we thee en koffie zetten. Dat doen we samen in de keuken. Zorgzame Ida heeft de waterkoker reeds gevuld. Nico, steunzoekend aan zijn rolator, vindt een theezakje: hij kan maar net bij het onderste plankje van het keukenkastje. Vanwege deze betrekkelijk kleine moeite heeft hij hoorbaar extra zuurstof nodig. “Nou, een echte keukenhulp word jij niet meer,” kan ik niet nalaten hem te plagen. “Gelukkig niet!”, reageert Nico gevat. Ik schenk kokend water op het zakje, ondertussen loopt mijn bekertje vol koffie. Terwijl Nico zijn kop en schotel op het rolatorblad plaatst lacht hij hijgend: “Wij zijn nu echte huismannen, vind je niet?” Dat is misschien zo, toch laten we het bij deze ene taak en gaan er gezellig aan de huiskamertafel van uitrusten. Nico wijst op mijn mapje verhaaltjes en herinnert mij er aan dat ik er één zou voorlezen. Dat valt nog niet mee. We lijken wel pubers, zo onbedaarlijk moeten we lachen om de twee wilde eenden die tegelijkertijd seks met een wijfje willen. Van Nico kan ik dat begrijpen. Maar ook bij mij biggelen tranen over mijn wangen als we bij de alinea komen waarin de eenden zich moed in drinken aan de bar.
Op de Dijk fluiten de vogels optimistisch, zij scharrelen in het struikgewas dat is opgeschoten in het verwilderende gebied van de uiterwaard. Hun levenslust vertelt mij: het is lente hoor, trek je niets aan van het slechte weer! Ik volg dat advies trouw op en ren verder. Het regelmatige stampen van een pneumatisch heiblok zegt, ver voordat ik bij de verkeersbrug arriveer, dat de bruggenbouwers hun Paasreces hebben beëindigd. Voor de eerste keer ben ik getuige van het aanbrengen van het wegdek. Er hangt een smalle strook beton in de immense kraan. Deze betonnen stroken worden niet ter plaatse gefabriceerd, zoals ik dacht. Ze kwamen stuk voor stuk per dieplader  naar de bouwplaats. Van waar is mij niet duidelijk geworden: de Poolse werker sprak iets wat nog het meest op Duits leek. Vijfenvijftig ton per deel, zo meldt de oranje gehelmde werkkracht trots.
Terug naar huis maak ik opnieuw kennis met het bonte kalf. Het ligt samen met neefjes en nichtjes in een crèche die wordt bewaakt door twee oplettende moeders. De rest van de kudde staat dichter bij de rivier te grazen of ligt her en der in het natte gras om nog eens nauwkeurig op hun maaltijd te kauwen. Zij trekken zich van de wereld om hen heen niets aan, zo lijkt het.
Vanmorgen las ik bij Nu.nl dat COPD, de chronische longaandoening waaraan Nico al zoveel jaren lijdt, bij een kwart van de Maastrichtenaren werd gevonden die ouder is dan veertig jaar. Bij mensen boven de zeventig is dit zelfs meer dan veertig procent. Ik denk daaraan terwijl ik Nico aan zijn zuurstofflesje zie prutsen (lachen kost blijkbaar veel energie!) en besluit er maar niets over te zeggen. Met een nieuwe afspraak  waarborgen we continuïteit in onze relatie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten