woensdag 18 april 2012

Circus

Terwijl ik mijn hardloopschoenen veter, verkleurt het daglicht naar donkergrijs. Toch trek ik de voordeur achter me dicht. Al snel vallen dikke druppels op mijn hoofd en springen brokjes ijs van het asfalt op. Schuilen in gezelschap van een man met zijn grommende hondje, in de abri van buslijn 85, is geen pretje. De uitstraling van die kerel, gekleed in ruimvallend trainingspak, verschilt niet met dat van zijn sikkeneurige huisdier. Onze conversatie beperkt zich tot de vaststelling dat dit een plezierige schuilplaats is. De man voorkomt verdere uitweidingen door in zijn diepe broekzak te graaien naar wat een mobieltje blijkt. De bewegingen van zijn hand zijn via de slappe stof onontkoombaar te volgen. Het is een opluchting als ik de warmte van de zon op mijn voeten voel en ik mijn hardlooprondje zonder kleerscheuren  kan hervatten. De giftige stoomkolom van de elektriciteitscentrale steekt maagdelijk wit af tegen de paarsblauwe regenbui die zojuist overtrok; jammer, weer geen camera bij de hand.
De zandige bodem van de paardenbak bovenaan de Hommelstraat, is volkomen door paardenbloemen overwoekerd. Één gele zee, terwijl daarbuiten veel minder van deze bloemen groeien. Ik vind geen verklaring voor dit verschijnsel. Dat geldt ook voor de reden waarom op de Dijk een artikeltje in de Gelderlander van vanmorgen komt bovendrijven. Het maakte ons duidelijk dat veel kinderen blijven zitten met een incompleet miniwinkeltje. Onze nationale grutter is, volgens de verslaggever, te voorzichtig geweest met de inkoop van miniatuur weegschalen en dito winkelwagentjes. Geloofde niet in eigen succes!
Een paar dagen geleden drukte onze kleindochter Sofie mij een paar zakjes in mijn handen waarvan ik aannam, snoepkont als zij is, dat daar zoetigheid in zitten zou. Dat bleek niet zo te zijn. Sofie was met haar papa naar Albert Heijn geweest. In de zakjes basisspullen voor de miniwinkel. Slim als onze grootgrutter is, bedacht hij dat klanten vast en zeker bereid zijn de aanvullende stukken er bij te kopen. Dat bleek een understatement: binnen enkele weken was de voorraad uitverkocht terwijl voor een miniwinkelwagentje toch bijna twaalf euro moet worden neergeteld! Ik herinner mij nog het winkeltje van mijn zussen. Af en toe speelde ik mee en kreeg steevast de vraag, ik meen van Ria: "Zal ik uw boodschappen even inpakken meneer?" Ik moest het niet wagen ontkennend te antwoorden. Het spel draaide voor haar immers vooral om dat inpakken: zorgvuldig trok zij met haar dunne vingertjes een deel van de minipapierrol, scheurde dat af langs de blikken liniaal, waarna zij mijn pakje minivermicelli en het puntzakje krenten netjes inwikkelde. Het grappige is dat Riky met net zo'n winkeltje speelde. Zij bewaarde dat zorgvuldig en omdat onze kinderen het niet gebruikten is het nog in redelijke conditie, compleet met weegschaaltje en bijpassende miniatuurgewichtjes.
De nieuwbouwverkeersbrug is vandaag weer een stuk opgeschoven naar de Waal. Aan een van de pijlers wappert een felgeel met blauw afgezet stukje plastiek dat mij doet denken aan de theatervoorstelling gisterenmiddag. Die bezocht ik met enkele Zonnebloemgasten. De baas van ‘Circus Monetti’ is juist overleden als het gordijn opgetrokken wordt. Het grote gevecht om het leiderschap tussen broer en zus begint. Het personeel is echter al maanden onderbetaald en gebruikt de gelegenheid met de dieren te verdwijnen. Paniek alom. Dan verschijnt een buitenechtelijke zus voor nog meer trammelant...
Eind goed, al goed. Iedereen heeft genoten!
"Toch wel jammer," zeg ik tegen de laatste twee gasten die nog in mijn auto zijn, "dat we de leeuwen en de olifanten niet hebben zien optreden!". Mijnheer Van de B. kijkt mij glazig aan. Ik kan niet anders dan uitleggen dat dit een grapje was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten