zaterdag 29 oktober 2011

Naïef

dinsdag 25 oktober 2011  Vandaag is het echt herfstweer. Dus doe ik een hardloopbroek met lange pijpen aan. Ik merk dat het wel erg warm aan de benen is. Misschien door de griepprik die ik gisteren kreeg dat het lopen wat moeizamer gaat.
Vanmorgen tijdens de koffie had mijn oude vriend, Wim K. het over zijn verlangen naar de eenvoud van zijn kindertijd. Toen was het leven simpel: “Kon ik nog maar geloven zoals ik dat als kind kon!”, verzuchtte hij. De verhalen die hem verteld werden riepen geen vraagtekens bij hem op. Met het kinderlijk geloof van toen zou hij nu rust hebben en zeker weten dat Mien op hem wacht. Nu blijft hij voortdurende twijfelen en zichzelf vragen stellen waarop hij de antwoorden niet kent.
Peinzend over het dilemma van Wim loop ik langs de uiterwaarden (rechts) en het weiland met grazende pony’s (links), en komt een herinnering aan een artikel over de wetenschap met betrekking tot onze aardbol boven drijven. Ik las het in de Quest. De Engelse astronoom Edmund Halley, die stierf in 1742, dacht dat onze planeet hol was. En als was het een Matroesjka poppetje, er binnenin nog meer holle aardes zouden zitten, elk met een eigen atmosfeer. Hij dacht zelfs dat er leven zou zijn vanwege lichtgevende gassen. Hij zag daarvoor bewijs in het poollicht. Dat zou ontstaan doordat licht van de gassen soms naar buiten lekt via een gat in de Noordpool. Door die opening zou de onderliggende aarde kunnen worden betreden. In 1829 is er zelfs een expeditie uitgerust om zijn stelling wetenschappelijk te onderzoeken. Gaten in de polen zijn echter nooit gevonden, omdat de ontdekkingsreis voortijdig werd afgebroken doordat op het schip muiterij ontstond en de expeditieleider, de journalist Jeremiah Reynolds, dacht dat het idee van een holle aarde toch niet correct was.
Ter hoogte van het dijkmagazijn bij Ewijk zie ik dat de dakisolatie bijna gereed is. Tegelijk met deze constatering betrap ik mij er op dat ik zomaar aanneem dat het dak om die reden wordt gerenoveerd. Er kan, en zal wellicht een andere reden zijn. De astronoom en journalist uit het Quest-verhaal namen in hun tijd ook iets voor waar aan en zij werden niet voor gek versleten! Waar het op neerkomt is dat wij, als we iets niet kunnen verklaren, geneigd zijn geloof te hechten aan een idee dat als uitleg aannemelijk lijkt. Zolang we gespeend zijn van enige kennis kunnen we geloven zoals een kind. Zolang wij als collectief niets van een zaak weten is er geen sprake van naïviteit. Het geloof in een God en een hiernamaals is daar een goed voorbeeld van.
In het keukentje van Wim zitten wij aan ons tweede kopje koffie als de bel gaat. Een pakje van KPN. Wim zegt dat zijn zoon hem al zei dat er deze week een pakketje zal komen. Hij vertelde hem er niet bij waar het om ging, wel bevestigde hij dat zijn vader er niet voor hoefde te betalen. Wim begrijpt niet waarom zijn zoon dit voor hem bestelde: “Wat moet ik daarmee? En binnenkort verhuis ik naar het zorgcentrum!”
Jeetje Wim, zeg ik, uw zoon heeft wel heel goed naar u geluisterd. Toen u kind was wisten uw ouders wat goed voor u was. Daarover hoefde u niet met hen te discussiëren. Nu weten uw kinderen wat goed is voor u. Na bijna tweeënnegentig jaar bent u toch al weer een beetje terug bij uw kindertijd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten