zaterdag 29 oktober 2011

Knipwerk

dinsdag 18 oktober 2011  De temperatuur voelt lager aan dan onze buitenmeter beloofde. Toch is hardlopen in een korte broek goed te doen. Op de Hommelstraat ligt buitensporig veel natte klei alsof zojuist een flinke kudde koeien er de melkstal zocht. Ik moet slalommen om te voorkomen in zo’n kleffe flats uit te glijden. De oorzaak wordt mij duidelijk gemaakt door leeg gemaaide velden links en rechts. De maïs is er geoogst. Snijmachines en bergingswagens zijn al niet meer in beeld. Er komt mij een zware tractor tegemoet die met zijn overmaatse, roterende veger en blik, de leem van het asfalt poogt op te vegen.
De pas geschoren akkers vol verse stoppels brengen mij onverwacht terug in de kappersstoel van mijn jeugd. Daar moest ik eindeloos stilzitten. Zwetend en bevreesd. Bang dat de tondeuse toch een stukje van mijn nekvel zou wegnemen. Niet de kapper. Die was aardig, kietelde mij soms waar ik niet gekieteld wilde worden, niet gekieteld behoorde te worden. Dat nou weer wel. Het resultaat van zijn knipwerk was wel beter dan mijn moeder als doe-het-zelver kon bewerkstelligen.
De maïs van Thé van der W staat nog frank en vrij te beven in de wind. De opbrengst belooft veel groter te worden dan de oogst van de omringende velden. Thé was laat met zaaien. Als gevolg van te laat ploegen, waardoor de vorst geen kans zag te helpen bij het verpulveren van de klei. Zijn eerste zaaigoed viel tussen te grote kluitjes en kreeg bovendien geen regen. Het groeide dan ook armetierig op. In de herkansing ging het gelukkig veel beter; mooie regen kwam er overheen, als op bestelling! De stengels gingen in groeistuip die van de buren achterna om ze vervolgens het goede voorbeeld te geven. En nog zijn ze niet uitgegroeid. Het ritselen en bewegen van Thé’ maïs doet mij aan het berichtje over trillende neusharen denken.
Het stond in de Gelderlander van afgelopen woensdag: Neusharen trillen nog tot zeventig uren na overlijden, zo ontdekten wetenschappers. Daarmee krijgen rechercheurs er een meetpunt bij om meer precies het moment van onnatuurlijk verscheiden te bepalen. Zo’n onderzoek roept veel bij mij op. Zoals vragen over de vorm van het onderzoek en naar de aanleiding ervan. Want wees eerlijk: wie let op zoiets? Ik wist sowieso niet dat neusharen uit zichzelf beven.
Wel weet ik dat mijn neusharen in de loop van de jaren steeds sneller zijn gaan groeien. De laatste tijd groeien zij de gaten uit. En ik snap nu ook waarom zij zich zo lastig door mij laten knippen: ze zitten niet stil genoeg en ontwijken bibberend de schaar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten