vrijdag 23 november 2018

Pannetje

De zon verschijnt geregeld vanachter dunne traag zeilende wolken om mijn lijf troostrijk op te warmen terwijl ik wandel – alleen, omdat Riky met haar vrijwillige bezigheden buitenshuis doende is. Aan mijn standaard wandelroute ontmoet ik sinds jaar en dag een vriend die ik gewoonlijk in het voorbijgaan groet en eventueel informeer over kleine nieuwsfeitjes die mij bezighouden. Ik noem hem Herman, maar anderen noemen hem Bo ondanks niets aan hem recht doet aan die naam. Ook al is Herman niet knap en in hoge mate introvert, kan hij goed luisteren. Een eigenschap die ik bijzonder waardeer. 
Op andere dagen reageert mijn vriend meest stoïcijns op mijn komst, maar vandaag kijkt hij onmiddellijk op als ik vrij plotseling van achter de rij struiken langs het pad naar de volkstuintjes aan de Hommelstraat, voor zijn neus opduik. Door de warrige toef haren op zijn hoofd beziet hij mij vol mededogen, zijn ogen onpeilbaar diep als gitzwarte toermalijnen, alsof hij voorvoelt dat ik vandaag geen goed nieuws breng. Helaas heeft hij gelijk. Langs andere wegen weet hij al dat Tiny gestorven is. Terwijl ik langsloop wil hij weten hoe oud zij was en of zij mijn enige zusje was. Juist van Herman valt mij dat tegen zodat ik, voordat hij zijn vraag daadwerkelijk stelt, een beetje kribbig antwoord dat zij nog maar vijfenzeventig jaar oud was en ik nu nog slechts acht zussen heb. Hij wil dat helemaal niet weten. Ter verdediging leg ik hem uit hoe een oppervlakkige kennis van mijn moeder vlak na de begrafenis van mijn broertje Nico – jongstleden mei achtendertig jaar geleden – goed bedoelend, wellicht, opmerkte “Ach Gré, je hebt gelukkig nog vijftien kinderen in leven!” alsof zij één kind wel missen kon. Met andere woorden, Herman, het is Tiny die ik missen zal.
Sorry Herman! Tiny was nummer zeven in de rij van zestien, ik de tiende. Deze zus was vier jaar en elf dagen ouder dan ik. De laatste jaren, na het overlijden van Hans, haar echtgenoot (zie ook Afscheidsrondje) hebben we haar wat vaker bezocht, ook vanwege haar ziekte (borstkanker), en hadden we frequenter telefonisch contact. Dat ging allemaal net iets gemakkelijker dan toen we nog druk waren met onze gezinnen. Van onze kindertijd herinner ik me dat onze Tiny een paar jaar, toen zij op haar beurt het oudste nog schoolgaande kind was, dagelijks met mij en de rest van haar jongere zussen en broers opliep naar kerk en school. Het was een afstand van iets meer dan anderhalve kilometer maar in mijn ogen van toen minstens driedubbel zo lang. Onderweg verzon onze grote zus steeds weer nieuwe spelletjes opdat wij maar door bleven lopen. En ik zie haar kaatsenballen en touwtjespringen op het bleekveld onder de dubbele elektriciteitsmast. Alsof het gisteren gebeurde, weet ik nog dat zij het soms voor mij op nam. Zoals die keer toen er een nieuwe gezinsfoto moest worden gemaakt. Ik was vier, misschien nog drie, en onafscheidelijk met een speelgoedpannetje. De ganse dag liep ik met dat ding, zo is mij verteld. Ik werd opgepakt, op de naaimachinetafel gezet en het pannetje werd zondermeer uit mijn handen gerukt. Ontroostbaar was ik. Zo kon ik niet op de foto. Zo kon niemand op de foto. Zo jong Tiny nog was, liet zij toen al zien dat zij bijzonder goed met kinderen overweg kon. “Geef hem toch zijn pannetje” zou zij toen hebben gezegd. Hoe ook, ‘mijn pannetje’ werd samen met het gezin vereeuwigd (maar waar die foto is gebleven?) Ook herinner ik mij dat mijn zus mij in die jaren regelmatig op de pot hielp. Zij haalde er een herinnering over op tijdens ons bezoek aan haar – was dat nog maar veertien dagen geleden? Ik had in die tijd last van een darmverzakking zodat poepen bar moeilijk ging. “Ik had zo met je te doen”, zei Tiny.
Tiny is gisteren rond het middaguur in een diepe slaap overleden. O wat zal ik haar missen. En onze telefoongesprekken. Zijn enorme hoorns wijzen gewichtig links en rechts terwijl Herman mij bezorgd nakijkt alsof hij zeggen wil: sterkte man, met jouw verlies.


3 opmerkingen:

  1. Dank je weer voor een mooie anekdote over jouw zus Tiny, mijn moeder, en je verhaal. Ik waak hier bij haar, alleen maar toch samen. Zoals we zo vaak samen waren de afgelopen periode...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gecondoleerd met je droevige verlies, Simon. Ik voel met je mee.

    BeantwoordenVerwijderen