vrijdag 5 februari 2016

Voortzetten

Toen zijn longspecialist niets meer voor hem kon doen werd mijn Zonnebloemvriend naar huis gebracht om te sterven. Zijn alternatieven waren opname in een verpleeghuis of in het hospice. Dankzij zijn vrouw en de thuiszorg kon hij naar huis. De inrichting van de huiskamer werd aangepast zodat er een bed in kon en andere middelen om verpleging en verzorging mogelijk te maken. De toekomst van mijn vriend werd beperkt tot drie maanden. Binnen die korte tijdspanne zou zijn leven zijn voltooid, medisch gezien. Mijn vriend zag dat echter anders: “Ik wil graag tachtig worden!”, bekende hij mij tijdens een van mijn eerste bezoekjes aan zijn ‘sterfbed’.
Joggend langs de Loenensche Wel, de nevengeul bij Ewijk, die vanwege de hoge waterstand van de Waal buiten haar oevers is getreden, vertoef ik weer bij de discussie over het zelfbeschikkingsrecht die ieder van ons heeft, gisteravond in Nieuwsuur. We mogen zelf besluiten of we een einde aan ons leven willen maken. Dat recht druist overigens wel in tegen de restanten van mijn katholieke opvoeding, voor wat dat nog waard is. Paul Schnabel lichtte toe waarom geen euthanasie kan worden toegepast indien we dat zelf willen maar de betrokken arts een andere mening is toegedaan. Onze wetgeving laat dat niet toe en als we die gaan aanpassen halen we een praktijk van vijftien jaar zorgvuldige euthanasiewetgeving volledig onderuit, aldus Schnabel. Waar het kort op neerkomt is dat je zelf over je levenseinde mag beslissen maar als je er hulp bij wilt hebben heeft ook de samenleving een stem in de persoon van een arts, vindt de werkgroep van Paul Schnabel. Volgens Yvonne van Baarle, namens burgerinitiatief Uit Vrije Wil, is het rapport behoudend en bevoogdend. Het zijn meestal ouderen die lijden vanwege een opeenstapeling van ouderdomsklachten (op zichzelf reden om euthanasie te willen). Zij zijn heel goed zelf in staat om dit besluit te nemen. Natuurlijk moet er dan een hulpverlener bij betrokken zijn, maar dit kunnen volgens het burgerinitiatief ook andere deskundigen zijn dan artsen.
Wij mogen dus zelf een einde aan ons leven maken, maar voor hulp blijft de huisarts de meest aangewezen persoon. Ik herinner me een dame die in Het Dorp (Arnhem) woonde. Zij wilde niet nog meer afhankelijk zijn dan zij vanwege haar lichamelijke beperkingen al was. Toen zij nog lang niet oud was speelden haar handicaps een steeds grotere rol zodat zij hulp nodig had bij zo ongeveer alles wat zij wilde ondernemen. Voor haar was dat de grens, zij wenste haar leven te beëindigen. Zij kreeg echter geen euthanasie. Als alternatief at en dronk zij niet meer, en, hoewel zij dat recht had, waren er heel veel discussies. Sommigen wilden haar niet meer verzorgen, anderen vonden zelfs dat er ingegrepen moest worden, dat deze vrouw gedwongen moest worden om te eten en te drinken. Ik bezocht haar af en toe omdat ik met haar lot was begaan. In diezelfde tijd, september 1988, overleed mijn moeder vrij plotseling tijdens haar vijfenzeventigste geboortejaar (in het ziekenhuis waarin zij bijna tweeënveertig jaar eerder van mij bevallen was). Mijn moeder had nog zoveel plannen! Nog maar kort voor haar overlijden werd zij bijvoorbeeld bestuurslid van een vrouwenbond in haar dorp waarvoor zij activiteiten ging organiseren. Het bracht mij in verwarring. Op mijn werk werd ik geconfronteerd met een vrouw die niet langer wenste te leven terwijl mijn moeder, die nog zo graag wilde leven, gestorven was. Een poos werd het voor mij onmogelijk om mijn bezoekjes voort te zetten, totdat het te laat was.
Mijn Zonnebloemvriend werd nog bijna tachtig. Hij leed aan een longziekte, (dus) aan een opeenstapeling van ouderdomsklachten (en zijn vrouw leed met hem!) Hij overleed bijna drie jaar nadat hij naar huis was gekomen om te sterven. Zeer tegen zijn zin.
Wij mogen zelf ons leven beëindigen, maar het beginnen en voortzetten, daarover hebben we niets in te brengen, als het erop aankomt!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten