dinsdag 19 januari 2016

Nachtegaaltje

Wat waren het afschuwelijke berichten die afgelopen dagen over ons kwamen, over de opvang van vluchtelingen en het vestigen van nieuwe opvangcentra, en daar goot Geert Wilders nog eens een haat en angst zaaiende videoboodschap overheen waarmee hij als het ware emmers vol pek en veren uitstortte over de hoofden van mannelijke asielzoekers. En dan te bedenken dat meer dan zeventig procent van de lezers (AD.nl) deze hatelijke boodschap van Geert als hartverwarmend beoordeelde. Hoe bestaat het! Het is te akelig om het erover te hebben. Dat ga ik dus niet doen. Ik wil het over vrolijke dingen hebben, want die waren er ook. Zoals het afgelopen weekeinde dat berichtje uit Hoogwoud.
 Op de Waalbandijk ren ik voor de opkomende zon uit. Voor mij uit zitten drie kraaien op het koude asfalt met elkaar te bakkeleien. De kraai bezit geen fraai rood keeltje, zijn gezichtje is niet met een delicate witte wenkbrauw- en mondstreep verfraait en ook al behoort hij tot de zangvogels, klinkt zijn zang niet als dat van een lijster met onwaarschijnlijke fluittonen en meesterlijke imitaties. Nee, voor de gewone zwarte kraai zijn er geen lange rijen wachtenden als die bij Hanneke de Boer voor de deur. Het bericht dat er een bijzonder vogeltje in Nederland was gespot deed Vogelaars uit de wijde omgeving alles uit de handen vallen om zich naar het Westfriese Hoogwoud te spoeden. Daar, in de tuin van de familie De Boer, bivakkeerde al gedurende weken een roodkeelnachtegaal. Toen dit Aziatische dwaalvogeltje afgelopen vrijdag via een Facebookpagina door vogelliefhebbers als zodanig werd herkend, kwamen vogelaars daar massaal op af. Afgelopen weekeinde bewonderden vele honderden liefhebbers het verdwaalde zangertje voor een kleine vergoeding – dat aan een goed doel wordt afgedragen – via de huiskamerramen.
Het is niet zeker of in Nederland zich vaker een roodkeelnachtegaal (in het wild) heeft opgehouden. Het was dus waarschijnlijk de eerste keer dat hij werd gespot, vandaar natuurlijk alle opwinding want voor vogelaars staat zoiets gelijk aan het vinden van de Heilige Graal. Gelukkig gaat het om een mannetje. Als het een vrouwtje was geweest dan is het maar de vraag of de familie De Boer er een fotootje van zou hebben genomen en dat op Facebook gezet. Voor vrouw roodkeelnachtegaal is er namelijk geen fraai rood keeltje. En afgezien van minder opvallende wenkbrauwstrepen bezit zij ook geen delicate witte mondstrepen. Daardoor wordt zij gemakkelijk voor een gewone nachtegaal gehouden, of voor een blauwborstvrouwtje, of, wie weet, voor een gewone mus als de spotter geen vogelkenner is.
Nu ik aan de blauwborst denk, beland ik bij de blauwfazantjes. Deze West-Afrikaanse vinkensoort heeft geen rood keeltje maar rode wangetjes (de mannetjes) en ze zijn geliefd bij volièrehouders. Een aantal jaren heb ik ze met veel succes gekweekt. Toen we aan de Weg door Jonkerbos woonden vlogen er altijd wel een aantal paren in onze grote volière rond, samen met dwergkwarteltjes, zilverbekjes, oranjekaakjes, zebravinken, tijgervinken en Mozambiquesijsjes. Het was steeds een feest om in de achtertuin te zitten en naar het gerommel van deze tropische en subtropische vogeltjes te kijken, maar het is nooit in mij opgekomen om de tuin open te stellen voor vogelliefhebbers, hoewel een roodkeelnachtegaaltje het er best goed in zou hebben gedaan.
Volgens de Vogelbescherming Nederland is het Hoogwoudse nachtegaaltje niet uit een volière ontsnapt. Het is dus een wild exemplaar dat hier vanwege omstandigheden is komen aanvliegen. Wie weet hoe moeilijk zijn reis naar hier is geweest en is dat de reden waarom hij zo lang in de beschutting van deze ene achtertuin blijft.
Een vogelaar ben ik niet, maar als ik nog in of rond Wadway woonde zou ik misschien ook in de rij hebben gestaan.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten