dinsdag 6 juni 2017

Duvelstoejagers

Als een houten plankpop lag ik in bed, gisteravond en vele avonden en nachten daarvoor. Armen en benen gestrekt, passiever kan bijna niet. Daarmee houd ik alle pijntjes voor zekere tijd op afstand in de hoop dat ik snel inslaap. Dat lukt bijna altijd, zodat ik het eerste deel van de nacht ongestoord kan slapen. Later in de nacht begint het geklooi. Wakker worden vanwege pijn en vermoeidheid die in de kern van mijn botten lijkt te gaan zitten. Andere lighouding aannemen waardoor de ergste vermoeidheid afzakt en de pijn een beetje dooft. Weer wakker worden, omdraaien, enzovoorts, tot het tijd is om op te staan.
Soms word ik er chagrijnig van.
Gisteren was in zoverre anders dat ik in mijn halfslaap de veroorzaker (waarschijnlijk polymyalgia rheumatica) visualiseerde als myriaden levende wezentjes. Zij, ik noemde hen Duvelstoejagers, krioelden als mieren door mijn lijf en waren voortdurend uiterst alert op mijn bewegingen. Als ik bijvoorbeeld een voet over de matras in de richting van mijn knie schoof, of naar de rand van het bed, om dat been even te ontspannen, hadden diegenen die alle spiergroepen in het betreffende been bewaakten dat direct in de gaten en straften mijn initiatief genadeloos af. Alleen mijn armen. Ik ontdekte dat ik hen met mijn onderarmen kon foppen, en met mijn hoofd. Toen ik de eerste keer jeuk aan een oor kreeg, bewoog ik mijn onderarm voorzichtig omhoog, mijn ellenboog hield ik daarbij instinctief onbeweeglijk op het matras, en mijn hoofd iets opzij zodat ik precies aan dat kriebelende oor kon krabben. Iedere reactie van de kant van de Duvelstoejagers bleef uit. Há, heb ik jullie mooi te pakken! En, als om dat feestje te vieren, maakte ik dezelfde beweging met mijn andere arm. Dat had hetzelfde resultaat.
Zoals andere nachten bleven de Duvelstoejagers intussen niet stil zitten. Langzaam maar zeker, stukje voor stukje, namen ze de spieren van de ene spiergroep na de andere in een soort van houdgreep zodat mijn lijf gedurende de nacht steeds stijver werd, heupen, bovenbenen, knieholten, nek, schouders en bovenarmen. Ergens dieper in de nacht veranderde het pestende knijpen, zuigen en porren van de Duvelstoejagers in felle steken in mijn linker bovenarm, als de messteken van de met nepbomgordels omsnoerde extremisten in het Londense Borough Market, afgelopen zaterdagavond. Met dat beeld werd ik wakker en klom ik behoedzaam uit bed. Geen bloed. Langzaam keerde ik terug naar de realiteit.
Nadat ik weer in bed lag werkte het niet meer, als een plankpop liggen bedoel ik. Zo werd de nacht weer gelijk aan vele voorgaande – omdraaien, kort inslapen, vanwege pijntjes wakker worden, omdraaien, enzovoorts –, hoewel de Duvelstoejagers/extremisten tot de morgen door mijn hoofd bleven spelen.
Nu prijs ik mij gelukkig. Ik heb nog maar één zo’n nacht te gaan want morgenochtend word ik door dokter Snijders (reumatoloog) verwacht. Ik hoop dat hij wondertabletten voorschrijft zodat die ellendige nachten tot het verleden behoren. Het kan: Ben kreeg, ook op reumatologie, een injectie in zijn door jicht getergde knie. Na enkele seconden kon hij normaal lopen zodat hij verwondert uitriep: ‘Het lijkt hier Lourdes wel!’



3 opmerkingen:

  1. Heftige toestanden Simon. Ik hoop inderdaad dat je een medicijn krijgt die ervoor kan zorgen dat je in elk geval je verdiende nachtrust krijgt. Sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh Simon, wat een ellende. Ik word al doodmoe als ik het alleen maar léés! Heel veel succes bij dokter Snijders.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt! Ik heb al veel beter geslapen, afgelopen nacht.

      Verwijderen