vrijdag 16 december 2016

Kappen

Het voelt anders, langs het verlaten huis te rennen nu ik de laatste bewoonster daarvan in haar nieuwe onderkomen bezocht. En alsof dit moment een extra accent nodig heeft kleurt de opkomende zon de lucht boven het vermoeide dak van het oude boerderijtje warm lila-roze. Werkelijk prachtig. Peinzend ren ik een paar honderd meter verder over de zo vertrouwde Hommelstraat voordat bij mij opkomt dat ik wel erg ondankbaar ben als ik deze bijzondere zonsopgang zomaar voorbij laat gaan, zomaar laat wegzakken in het grijs van het toekomstige verleden. Er zit niets anders op dan mijn handschoen uitwurmen zodat ik dit via mijn smartphone vastleggen kan. Om een voor mij nog duistere reden verspringt de camerafunctie van foto naar video. Wat ik ook doe, het lukt me niet terug te keren naar de foto-functie zodat ik genoegen neem met bewegend beeld waaruit ik misschien een stilstaand plaatje kan knippen (thuis leer ik dat ik moet ‘vegen’ om tussen de verschillende functies te kiezen.)
Een naamplaatje bij de brievenbus leerde mij jongstleden woensdag welk van de appartementen Marie tegenwoordig bewoont, maar het viel nog niet mee om met behulp van de digitale huisbel het juiste nummer te kiezen. Uiteindelijk laat haar nieuwe buurman me binnen en wijst naar haar voordeur. Haar dochter doet open. Vanuit haar woonkeuken annex huiskamer probeert haar moeder te ontdekken wie voor de deur staat. Het duurt even voordat zij weer weet wie ik ben. Niet zo gek als je bedenkt dat ik bij de entourage van de Hommelstraat hoor, bij de laatste jaren die zij in dat oude boerderijtje doorbracht. Doordat op de huiskamertafel hetzelfde kleed ligt voelt het alsof alles nog bij het oude is. En dat is natuurlijk ook zo, slechts muren, plafond en vloer zijn nieuw.
...waaruit ik misschien een stilstaand plaatje kan knippen.

Het huis aan de Hommelstraat was niet nieuw toen haar man het zestig jaar geleden van de vermoedelijk eerste bewoner kocht. Voor iets meer dan zevenduizend gulden (tijdens de verhuizing kwamen moeder en dochter de originele koopacte tegen.) Zij schatten het huis op meer dan honderd jaar oud en dat is ook zichtbaar. Het wacht nu op een nieuwe koper die het wellicht ingrijpend zal moeten verbouwen om het (weer) comfortabel te maken. Maar wat er ook mee gebeurt, dankzij de foto’s van Wim Piels zullen we nooit kunnen vergeten hoe het was toen Marie er nog woonde.
Bij een kopje koffie en kerstbrood praten we over de betekenis van verhuizen, over de impact vanwege het verliezen van je ouderlijk huis. Voor Marie is het vooral de mooie horizon die zij zal missen, het uitzicht op korenvelden en fruittuinen. Maar ook het stukje grond om het huis. Niet langer kunnen wroeten in de tuin, zorgen voor bloemen en planten. O, er is wel het voornemen om bloembollen te planten in het kleine perkje naast de voordeur, voor zover dat kan en mag – desnoods met gebruik van bloempotten –, misschien dat dit het verlies een klein beetje vergoeden kan. Voor haar dochter zijn het de noten- en de mispelboom. Die waren er altijd. Je moet er toch niet aan deken dat de nieuwe eigenaar die zal kappen, zoals de overbuurman met de hoogstamkersenbomen deed! Zouden we als koopvoorwaarde kunnen stellen dat deze bomen niet gekapt mogen worden?
Voor mij is er al veel veranderd. Als ik tegenwoordig langs ren, langs het neergelaten lamellengordijn, zie ik twee plaatjes die Wim onlangs maakte. Op het ene kijkt Marie aandachtig uit het raam, zij wijst met haar vinger en ik verbeeld mij dat zij zegt: ‘Is dat niet die hardloper? Kom, hoe heet hij toch?’ Het andere is een close-up van de wc-deur waarop geschreven staat: ‘Heren, bril omhoog! Want de meisjes zitten graag droog!’ Ernaast hangt de mattenklopper die de mogelijke consequentie bij veronachtzaming van deze oproep in beeld brengt.  
Ik vertel Marie dat ik het zwaaien mis.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten