vrijdag 7 augustus 2015

Waardigheid

Het is muisstil op straat. Geen echo van stemmen, geen geruis van verkeer, geritsel van bomen of vogelgezang is te horen. Het zijn mijn schoenzolen die deze stilte, deze vredige sfeer verstoren. Het is alsof iedereen nog slaapt… of erger? Ik ben toch niet per abuis veel vroeger opgestaan? Voor de zekerheid inspecteer ik mijn horloge: vier minuten over acht. Dat is tenminste dik in orde.
      Terwijl ik mijn horloge raadpleeg wordt de stilte aan stukken gescheurd. Door een bladblazer, denk ik. Gelukkig, ik ben niet alleen.
      Ik ren inmiddels onder de meest vriendelijke weersomstandigheid die je je maar wensen kunt, over de Waalbandijk. Ondanks de herrie van een bladblazer (?), een paar auto’s die mij het oversteken van de Van Heemstraweg bemoeilijkten (en was er ook niet een auto die mij op de Hommelstraat tegemoet kwam?), kan ik niet uit de fantasietrein stappen die met mij vertrok bij de gedachte dat ik nog de enige wakkere (levende?) persoon ben in dit dorp. Wat kan er zijn gebeurd met een dorp waarin alle leven plotseling verstilt? Ben ik misschien terechtgekomen in een hedendaagse variant van het Midwich (in ‘Operatie Koekoek’ van John Wyndham) uit 1963? Over dat dorp ontstond van de ene op de andere seconde, een onzichtbare en ontastbare koepel. Alles binnen die koepel hield op waarmee het bezig was: vogels vielen uit de lucht, schapen, koeien en paarden vielen om evenals mensen die nog actief waren. Overschreed je de grens, verliet het leven jou om – zonder nare gevolgen of herinneringen –, weer bij je terug te keren op het moment dat je er onderuitgehaald werd.
      Echter, de vergelijking met Midwich gaat volkomen mank want ik ren nog en in het weitje langs en tegenover de boerderij van de familie Engelen grazen schapen. En als mijn ogen mij niet bedriegen komt daar een vrouw mij tegemoet rennen. Blijft ons dus het lot van de inwoners van Midwich bespaard?
      Plotseling valt mij op dat de vrouw in een bijzondere houding rent. Zij houdt haar armen over haar borst gekruist. Ik heb het wel eens geprobeerd, om met opgeheven armen te rennen, en dat viel niet mee. Nu, we zijn nog zo’n twintig meter van elkaar verwijderd, laat zij haar armen echter zakken. Zij heeft een bekend gezicht en groet mij vriendelijker dan hardlopers gewoonlijk doen. Natuurlijk beantwoord ik haar groet evenzo.
      Terwijl ik verder ren denk ik aan een frase die ik onlangs las. In ‘Het meisje in de trein’, van Paula Hawkins, wordt ene Rachel door een hoosbui overvallen: ‘…en mijn verschoten blauwe bloes is gênant doorschijnend geworden. Ik heb het hele stuk gerend, met mijn tas tegen mijn borst geklemd om nog wat waardigheid te behouden.’
      Terwijl ik dit las dacht ik dat deze Rachel niet wilde dat haar borsten voor iedereen zichtbaar zouden zijn. Maar nu ik zojuist een meisje met haar over haar borst gekruiste armen zag rennen, krijg ik daar een andere gedachte over: afhankelijk van de stevigheid van een bustehouder, gaan borsten vanwege het rennen dansen (in het begin van mijn ‘hardloopcarrière’ vond ik dat ook een enigszins gênant en onprettig gevoel.) Rachel, uit ‘Het meisje in de trein’, droeg vast geen hardloopvriendelijke beha, want zij was op weg naar huis nadat zij een bibliotheek bezocht. En misschien heeft deze vriendelijke jonge vrouw die ik zojuist passeerde, nog weinig hardloopervaring en droeg zij geen sport-bh, of is nog niet aan deze bewegingen gewend.
       Dit alles valt in het niet bij eventuele gevolgen van een gebeurtenis die plaatsvond voordat die vermeende bladblazer de stilte kapot blies. Mits er iets heeft plaatsgevonden. En waarom niet? In Midwich heeft men aanvankelijk ook niets bemerkt. Dat kwam pas weken later toen alle vrouwen die tijdens de koepel in het dorp verbleven, zwanger bleken te zijn. Hoe zouden de inwoners van ons dorp op eventuele gevolgen reageren?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten