vrijdag 12 oktober 2012

Lucifersdoosjes

Mijn vertrouwen in Buienradar.nl wordt behoorlijk op de proef gesteld. Op de dijk zie ik donkere, vlaggende wolkenpartijen die op regen binnen een kwartier duiden. Vlak voordat ik ging lopen verdween de zon, toch ging ik zonder jasje. Niet verstandig? Dat weet ik maar het loopt lekkerder!
Toch is het een bijzondere dag. Dat begon toen ik mij vanmorgen vroeg realiseerde dat gisteren mijn zus Afra jarig was en morgen mijn broer Jan. Dat is natuurlijk al vele jaren zo, maar zo’n dag als vandaag is er maar eenmaal per jaar! Deze dag werd zelfs nog specialer: op de fiets naar huis, na mijn prettige kennismakingsbezoek aan Pascale, een nieuwe vrijwilligster voor onze Zonnebloemafdeling, betrapte ik mijzelf er op dat ik vergat te vragen naar de reden van de kleurrijke guirlande of feestslinger, om het in plat Nederlands te zeggen, die door haar huiskamer slingerde. Bij thuiskomst kreeg ik van Riky het antwoord op die ongestelde vraag: “Hoorde je al wie de Nobelprijs voor de Vrede krijgt?” We waren samen blij en trots met de toekenning aan de Europese Unie. Pascale had dat natuurlijk zien aankomen!
Ik ploeter tegen de strenge, warmte-stelende wind in en verdwijn in een gat van de tijd naar het najaar van 1962. Alles was zoals vandaag, wat het weer betreft…
Vroeg in de koude herfstavond loop ik van deur naar deur. Geen idee waarom ik in dit deel van Spanbroek exclusieve lucifersdoosjes probeer te verkopen. Misschien omdat Bruun en Bep, mijn oudste broer en zijn vrouw, hier vlakbij wonen. Met knikkende knieën bel ik aan bij een van de dikste boeren van Westfriesland, qua vermogen bedoel ik, in de verwachting dat zij mij, schriel, blond-gekuifd dorpsjongetje van nog maar vijftien jaren, kind van een fabrieksarbeider, smalend van hun deur zullen sturen. Dat pakt anders uit! Stamelend van verlegenheid doe ik mijn verhaal. Terwijl ik verdorie al heel veel deuren succesvol langs ben gegaan (aanvankelijk was ik nota bene van plan deze grote boerenplaats maar voorbij te gaan.) Ik moet binnenkomen! Of ik al koffie lust? En of ik dat lust, wel zwart! Ik krijg er zelfs een plak dik beboterde Westfriese krentenmik bij. Ja, Mies Bouman, ‘Open Het Dorp’, de boerin weet er alles van. De kranten hebben hun werk gedaan: “Ongelukkige minse moette ‘n ôige plaas kregge om te weune,”zegt zij in onvervalst Westfries. In de hoek van de woonkeuken staat een televisietoestel, een knoert. Zij wijst in die richting: “Overmurrege is ‘t op TV!” Ik ben weer helemaal warm als zij de voordeur achter mij sluit. En, natuurlijk belangrijker, twee keer tien doosjes Open-Het-Dorp-lucifers armer!
Terwijl ik de warmte in die boerenkeuken opnieuw beleef moet ik onwillekeurig lachen. Een jonge vrouw met een vrolijk hondje kijkt mij lachend aan – allebei gehoorzaam, zij aan de gemeentewet die aanlijnen gebiedt en hij aan zijn bazinnetje. Ik groet haar zo vriendelijk ik kan en ren verder richting Uiterwaard. Ja, die lucifersdoosjes! Ik kon toen niet vermoeden dat ik bij die ‘ongelukkige mensen’ een prettige werkplek zou vinden. Afgelopen woensdag keek juffrouw Slagmeulen mij vanaf de voorpagina van de Gelderlander met haar karakteristieke oogopslag aan. Onverhoeds! Uit de tekst leerde ik dat zij Joke heet en inmiddels negentig jaar oud is. Voor mij is zij niet veranderd sinds ik in 1992 hetDorp verliet. Juffrouw Slagmeulen was een van de eerste van de bewoners die ik ontmoette. Dat was in januari 1979 tijdens de nieuwjaarsreceptie in het Kerkelijk Kultureel Centrum van Het Dorp, zoals het tegenwoordig wordt geschreven. Zij en drie van haar medebewoonsters, konden bijna niet wachten op het einde van mijn inwerkperiode en ik eindelijk naar de Jachtweg komen zou.
Bijna thuis ben ik toch nat geregend. Ondanks de voorspellingen. Maar mijn verhaaltje hield ik droog! Het Dorp bestaat binnenkort vijftig jaar, ik hoop dat ik dat mee mag vieren en ik mijn kennismaking met juffrouw Joke Slagmeulen en anderen, vernieuwen kan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten