woensdag 7 december 2011

Winterwarmte

dinsdag 6 december 2011  Het is er toch van gekomen. Of het lang zal blijven moeten we afwachten. Feit is dat Elio di Rupo voor zijn vaderland een kabinet in elkaar heeft geklust. Filip daarentegen, hij trok in mei een te grote broek aan. Nu Regering-Di Rupo 1 een feit is, verhuist Dewinter toch maar niet naar Namibië. En dat is jammer. Tussen de buien door ben ik droog gebleven, maar daarvoor moest ik wel twee keer schuilen. Eerst in een abri en later innig tegen de dikke stam van een paardenkastanje. Dat was nodig want de stevige wind voerde veel winterse kou mee en mijn jasje blijkt wel wind- maar niet waterdicht. Conclusie: niet goed opgelet bij de aanschaf ervan. Als ik iets later dan gebruikelijk, lekker in mijn hardloopvel zit, keer ik als vanzelf terug naar het intakegesprek dat ik een paar uur eerder met een kandidaat vrijwilliger had.
Ik ontmoette Gerda, laat ik haar voor ons gemak deze willekeurige naam geven, tijdens huis-aan-huis verkopen van Zonnebloemloten. Ik moest even wachten omdat zij haar knip ergens in huis probeerde op te diepen, en had tijd om uitvoeriger naar de auto op de oprit te kijken. Een die geschikt is gemaakt voor het vervoeren van een rolstoelgebruiker. Gerda zag mij kijken en om mijn verlegenheid te verbergen zei ik misschien: ‘Ik zie dat u bekend bent met gehandicapten’. Zij vertelde over haar man in het verpleeghuis en over de aangepaste auto, voor hem een manier om af en toe nog thuis te zijn. Als vanzelf breng ik ons gesprekje aan de voordeur, op het werk van de Zonnebloem. Gerda gaf op mijn vraag te kennen best wel toe te zijn aan vrijwilligerswerk en wij maakten een afspraak voor contact. Vanmorgen was dat zover. Gewapend met een brochure “De Zonnebloem van A tot Z” wandelde ik naar haar adres. Gerda komt oorspronkelijk van Friesland, dat vroeger door de Zuiderzee van West Friesland gescheiden was. Tegenwoordig doet dat het IJsselmeer. Zoiets schept een band vanwege de Westfries in mij. Het eerste half uur spreken wij over haar echtgenoot en de consequenties van zijn ziekte en handicap. Zij hebben de Zonnebloem leren kennen door zijn bootvakantie. Gerda’ ogen stralen als zij daarover vertelt: het is nog lastig zoeken naar de aanlegsteiger in Arnhem. In plaats van de voorspelde twintig minuten wordt het anderhalf uur. Gelukkig, het Zonnebloemschip ligt nog aan zijn trossen. Wij worden met open armen ontvangen. Ik krijg geen kans ook maar een klein stukje van zijn bagage zelf aan boord te brengen. De koffers worden mij door vrijwilligers uit handen genomen. Op de badge van een van die sjouwers lees ik dat ik met een arts te maken heb. Dat maakt bij de Zonnebloem blijkbaar geen verschil. Ik laat mijn man graag en onbezorgd in zulke handen achter!
Ook het ophalen werd een bijzondere ervaring. Eigenlijk onnodig haar te vertellen dat hij het ongelofelijk naar zijn zin had. Gerda zag het warme afscheid. Hij werd door vrijwilligers en enkele passagiers uitbundig omarmd en geknuffeld: ‘Voor zo’n vrijwilligersorganisatie wil ik graag aan de slag, nu ik sinds een jaar met prepensioen ben’.
Pas op mijn weg terug zie ik hoe prachtig groen en fier de wintertarwe aan de Hommelstraat is opgekomen. Terwijl het nog maar pas ingezaaid werd. Op deze herfstige dinsdag lijkt het hier al voorjaar. Niet te geloven dat de maïs nog maar zo kort geleden van diezelfde akker werd geoogst.
Een ding weet ik zeker: in Gerda heeft onze afdeling een prima collega gevonden. Ik laat er geen gras over groeien en meld haar direct aan bij ons Nationaal Bureau.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten